PensionStat.be

Op vraag van de Minister van Pensioenen onderzocht Sigedis hoe het aanvullend pensioen van werknemers ervoor staat en wat het aantal werknemers is die de in het regeerakkoord vooropgezette jaarlijkse bijdrage van 3% van hun bruto jaarloon bereiken. 

Uit de studie blijkt dat meer dan één op drie werknemers in België (36%) helemaal geen tweede pensioenpijler had of niet langer actief aanvullende pensioenrechten opbouwde. Voor hen is de kloof met de 3% bijdrage-doelstelling maximaal.

Voor de 2,4 miljoen werknemers die wel actief aanvullende pensionrechten opbouwen, lopen de pensioenbijdragen ver uit elkaar. Zo geeft de studie aan dat voor een werknemer met toegang tot de tweede pensioenpijler de jaarlijkse bijdrage in 2019 gemiddeld gelijk was aan 3,5% van het loon. Achter dat gemiddelde gaan grote verschillen schuil: de gemiddelde bijdrage van de 20% aangeslotenen met de hoogste jaarlijkse bijdragen is 100 keer hoger dan de gemiddelde bijdrage van de 20% aangeslotenen met de laagste jaarlijkse bijdragen. Relevant voor de doelstelling van het regeerakkoord is dat bij de helft van de actief aangesloten werknemers het bijdragepercentage lager is dan 2%.

De studie concludeert dat in totaal 76% van alle werknemers het vooropgestelde bijdragepercentage van 3% niet haalt.

Verder gaat de studie in op de kost van het wegwerken van dit tekort ten opzichte van de vooropgezette doelstelling. Van alle werknemers die het streefdoel niet halen, heeft 82% minstens een verdubbeling nodig van de huidige jaarlijkse bijdrage om de 3% doelstelling te halen. Ook wanneer we enkel de werknemers bekijken die wél al een aanvullende pensioenopbouw hebben, dan nog is voor 66% een verdubbeling nodig. Om die tekorten weg te werken, is er 1,56 miljard euro extra nodig bovenop de totale jaarlijkse bijdrage van bijna 4 miljard euro voor werknemers.

Het volledige rapport kan u hier lezen.